Probleem/aanleiding

Laaggeletterden hebben drie keer vaker een uitkering dan niet-laaggeletterden. Voldoende kunnen lezen, schrijven en rekenen is een randvoorwaarde om een stabiele financiële situatie te krijgen én te behouden. Dat blijkt uit onderzoek. Mensen met financiële problemen hebben vaker een lagere leesvaardigheid. Zo valt ruim 50% van de onderzochte mensen bij de Kredietbank Nederland en Syncasso in de risicogroep voor laaggeletterdheid. Deze en andere cijfers over armoede en laaggeletterdheid staan in de Factsheet laaggeletterdheid en geld. Het doel is om de kans op werk of participatie te vergroten bij inwoners met een bijstandsuitkering. In de interventie Taalmeterdagen gebeurt dit met een daadkrachtige en vraaggerichte aanpak. 

Doelgroep

  • Deze interventie richt zich specifiek op de NT1’er. Oftewel: mensen met Nederlands als moedertaal én mensen die het Nederlands later hebben geleerd en voldoende beheersen. 
  • Klantbegeleiders Werk en Inkomen, taalconsulenten, aanbieders en Stichting Lezen en Schrijven voeren deze interventie uit.

Doel

  • Binnen één dag NT1’ers met een uitkering begeleiden naar een cursus voor NT1’ers.
  • Taalconsulenten en NT1-aanbieder(s) koppelen input over het aanbod terug aan de gemeente. En dan met name de vragen: in hoeverre sluit het aanbod aan op de vraag? En is het nodig om maatwerkaanbod te ontwikkelen? 

Aanpak

  • De gemeente organiseert de Taalmeterdagen bij een locatie in de buurt, zoals een buurthuis. 
  • De klantbegeleiders screenen inwoners op laaggeletterdheid met de Taalmeter van Stichting Lezen en Schrijven.
  • De taalconsulent en aanbieder zijn aanwezig om bij een indicatie ‘laaggeletterd’ direct een gesprek te voeren. Binnen één uur kan een inwoner de Taalmeter maken, een gesprek voeren en zich aanmelden voor een cursus. 

Enkele voordelen van de interventie

  • De interventie is heel geschikt om NT1’ers te vinden, oftewel: Nederlandstalige laaggeletterden te identificeren.  Verschillende gemeenten hebben goede resultaten behaald. 
  • Er kan vaak direct een klas starten, omdat een Taalmeterdag leidt tot meerdere aanmeldingen. Met andere woorden: de deelnemer komt niet eerst op een wachtlijst te staan omdat er nog niet voldoende aanmeldingen zijn voor een hele klas.
  • Er ontstaat een mooie samenwerking tussen klantbegeleiders, taalconsulenten en aanbieders. Dit draagt bij aan een integrale aanpak, ook ná de Taalmeterdagen. 

Wat kunnen uitdagingen zijn bij het organiseren van een Taalmeterdag? 

  • Het doorlopen van het inwonersbestand kost de klantbegeleiders tijd en vereist kunnen filteren in het systeem. 
  • De betrokken klantbegeleiders, taalconsulenten en aanbieders zijn een hele dag (of meerdere dagen) bezig met de Taalmeterdag.

Annemijn Poot

Senior Adviseur