Participatiecoaches gaan daarna in gesprek met de mensen die inderdaad moeite hebben met taal. Deze bijstandsgerechtigden worden doorverwezen naar lokale taalaanbieders. Dorine Mink, werkzaam bij bibliotheek Theek 5 en coördinator van dit project, legt uit: “Als mensen moeite hebben met taal, is het logisch dat de gemeente hier iets aan doet. We willen dat iedereen mee kan doen."

Logisch

Dat mensen niet kunnen participeren kan komen door een taalprobleem. Dorine: “De lokale politieke partijen, de verantwoordelijk wethouder en de participatiecoaches van de gemeente vonden het logisch dat je daar dan wat aan doet. We konden al snel aan de slag. De gemeente was al begonnen met het inzetten van de Taalmeter bij mensen die nieuw in de bijstand komen. Dat doen ze tijdens het intakegesprek. Nu zijn we ook gaan screenen bij mensen die al in de bijstand zaten.” 

Taalmeter

De Taalmeter is een screeningsinstrument om te weten te komen of iemand mogelijk moeite heeft met lezen. Het is een startpunt voor een gesprek over basisvaardigheden. “Vrijwilligers van het Taalhuis hebben geholpen met het afnemen. Daarvoor zijn zij, maar ook de participatiecoaches, eerst getraind. Ze kregen informatie over de Taalmeter en hoe ze de uitslagen konden bespreken.” 

Geen uitzondering

De Taalmeter werd gemaakt op een bijzondere plek. “Deelnemers konden het rustigst zitten in de raadzaal van de gemeente. 70% van de mensen die waren opgeroepen met een eenvoudige brief kwam de Taalmeter maken. De mensen die niet zijn geweest gaan we nog een keer oproepen en als dat niet lukt, maken ze de Taalmeter bij een vervolggesprek. We begonnen met de Taalmeter op taalniveau 1F en als ze die goed maakten, konden ze ook Taalmeter 2F doen. Er zijn 260 Taalmeters gemaakt en ongeveer 1/3 werd niet voldoende gemaakt. De gemeente heeft geen uitzondering gemaakt wie wel of niet de Taalmeter moest maken. Daardoor was er geen discussie.” 

Voldoening 

De taalhuisvrijwilligers vonden het prettig om de afname te begeleiden. “Ze hadden er veel voldoening van. Vooraf vreesden ze dat er weerstand zou zijn maar dat viel erg mee. Deelnemers deden er eigenlijk niet moeilijk over. Ze waren ook blij als ze het haalden. Dat vonden de vrijwilligers leuk om te zien. De informatie uit het dashboard van de Taalmeter geeft informatie over het wel of niet halen van de Taalmeter, maar ook of iemand die wel of niet af heeft gekregen. Dat is relevante input voor de participatiecoaches.” 

Opvolging

De opvolging na het maken van de Taalmeter loopt nog. “Er is binnenkort een informatiebijeenkomst in de bibliotheek waar een docente gaat kennismaken met de deelnemers om een indruk krijgen van hun interesses en leerbehoeften. We wisten al dat er behoefte is aan training van digitale vaardigheden, dus zijn er in april en mei bijeenkomsten waar de docent met ondersteuning van enkele taalvrijwilligers daarmee aan de slag gaan. Na die vijf bijeenkomsten kijken we waar de cursisten nog meer aan behoefte hebben, zodat we een aanvullend programma kunnen maken dat in september van start kan gaan. Mensen kunnen aan hun taalvaardigheid gaan werken in een klasje, liefst lokaal, of met een taalvrijwilliger. Een combinatie van beiden kan uiteraard ook. 

Mensen met een Nederlandstalige achtergrond zijn wel lastiger te motiveren om te leren merken we. De participatiecoaches gaan met hen in gesprek. Dat is nog wel een uitdaging.” 

 

Meer weten?

Neem contact op met onze adviseur.

José Riezebos - Poulis

Adviseur