Open readspeaker blockpopup
Stichting MOOI
Al vanaf het eerste contact bekijken we welk taalniveau iemand heeft.
‘Met Stichting MOOI en de beide andere werkmaatschappijen VOOR Welzijn en Zebra, alle onderdeel van Xtra, zijn we al jaren bezig met het thema laaggeletterdheid. Laaggeletterdheid is onderdeel van het aandachtsgebied van het welzijnswerk en omdat ik binnen de directie van de werkmaatschappijen van Xtra verantwoordelijk ben voor de portefeuille participatie, houd ik me bezig met de voortgang van de gemaakte afspraken bij de pledge.
Interview met: Hans Roskam (Directeur Stichting MOOI en portefeuillehouder participatie Xtra)
Twaalf servicepunten in de wijk
In de veranderingen die gaande zijn, heeft lokaal welzijnswerk van de gemeente een nadrukkelijke positie gekregen. Dit betekent voor ons in de praktijk dat we in twaalf wijkcentra in Den Haag aanwezig zijn met servicepunten. Servicepunten waar we direct contact hebben met mensen die ondersteuning nodig hebben om beter te functioneren in de maatschappij. Al vanaf het eerste contact bekijken we welk taalniveau iemand heeft. We doen dit via de ZOEKEN-methodiek. Zicht op eigen kracht en netwerk. Het gaat erom te achterhalen wat mensen zelf kunnen en hoe taal- en digivaardig ze zijn. Het taalniveau van mensen die bij ons komen, is vaak laag.
Verbinding lokale taalaanbieders
Waar we voorheen adviseerden taaltraining te volgen en niet traceerden of de persoon in kwestie daar daadwerkelijk iets mee deed, kijken we nu welke taalaanbieders er zijn in de buurt. De overdracht was te vaag. We verbinden nu het lokale taaltrainingsaanbod direct aan onze eigen dienstverlening. Mensen hoeven de volgende stap niet meer alleen te nemen en bijvoorbeeld naar de andere kant van de stad te reizen voor een cursus. Deze verbinding, deze stap is essentieel.
Koppelingen maken en ketens vormen
Wanneer we het taalniveau van de cliënt bepalen, kunnen we daar de juiste taalaanbieder bij zoeken. Binnen de beloften van de pledge zien wij het als onze taak alles open te breken en de koppeling te maken. Er is veel, maar de afstand is te groot. Het is voor onze cliënten niet voldoende toegankelijk. Het is daarom mooi dat we nu aansluiten bij wat er al is en een keten te vormen met aanbieders uit de directe omgeving. We hebben de ambitie uitgesproken deze ketens en samenwerkingen eind dit jaar helder op papier te hebben en per keten iemand verantwoordelijk te maken.
Behoeften en vervolgstappen
Waar in mijn ogen behoefte aan is, is de combinatie van taal en participatie. Bijvoorbeeld allochtone vrouwen die hun eigen wijk niet uitkomen of mensen die problemen hebben met hun gezondheid of niet weten hoe ze om moeten gaan met een computer. Een directe koppeling van de taalcursus en de dagelijkse praktijk is een prikkel waar ik voor pleit.
Nieuwe pledgepartner
Ik heb wat betreft een nieuwe alliantiepartner een aantal organisaties uit Den Haag op het oog. Denk aan Taal aan Zee en Mondriaan.’