Wel heeft moeite met lezen en schrijven en volgt hij een groot deel van zijn leven extra taallessen. ‘Als ik er niks mee doe, ga ik achteruit. Ik heb baat bij taalles.’

Op de basisschool in Maastricht kwam Paul niet goed mee. Paul: ‘Mijn zusje hielp me met lezen. De docent had er weinig aandacht voor. Ik heb een half jaar thuis gezeten, omdat het speciaal onderwijs me weigerde, vanwege mijn geloofsovertuiging; ik ben Jehova’s getuige. Mijn vader heeft me toen via een kennis op een school gekregen voor kinderen met een handicap.

Ik hoorde daar niet, maar moest tóch naar school. Daarna heb ik tot mijn 21ste op het BLO gezeten, speciaal onderwijs dat vooral praktijkgericht is. Zelf ben ik na die opleiding naar Stichting Basiseducatie gegaan, omdat ik beter wilde lezen en schrijven.’

Vragen stellen

Paul werkte onder meer als chauffeur voor een internationaal bedrijf, als handarbeider en als taxichauffeur. Hij ondervond daarbij geen problemen veroorzaakt door zijn laaggeletterdheid. ‘Ik heb met plezier gewerkt en als ik iets moest invullen aan de grens bijvoorbeeld, dan ging dat goed. Ook in het Duits. Die formulieren waren logisch en ik heb een mond om vragen te stellen.’

Taalles op maat

Door een verkeersongeval was Paul een tijd uit de running en hij raakte arbeidsongeschikt. Paul: ‘Ik doe nu vrijwilligerswerk, ik ben weer op zoek naar werk en ik volg taalles. We hebben les met een groep van zes man, in de avonduren. De juf is erg goed. Zij weet precies wat wij missen en heeft ervaring met lesgeven aan volwassenen. Als we tijdens de les tegen eenzelfde probleem aanlopen, bijvoorbeeld een moeilijk begrip of zinsconstructie, dan gaat het ‘lesprogramma’ opzij en gaan we dat probleem aanpakken.’

Aandacht is belangrijk

‘Door te blijven oefenen leer je veel. Dat heb ik van huis uit meegekregen. Ook vanuit mijn geloof heb ik geleerd hoe je met mensen moet praten, dat je moet luisteren en dat het goed is minstens vijf minuten per dag hardop te lezen. Dat doe ik. Ik heb wat dat aangaat een streepje voor. Aandacht, daar gaat het om. Als we met de Jehova’s mensen bezoeken en iemand treffen die moeite heeft met lezen en schrijven, dan leren we diegene lezen. Dat doe je voor elkaar. Thuis was ik de enige die niet goed kon lezen, dus ik kon altijd hulp vragen aan mijn zusje en ouders. Ik ben in een beschermde omgeving opgegroeid.’

Alle communicatie met instanties gaat via digitale formulieren en e-mail en dat vind ik lastig. Als ik ergens niet uitkom, bel ik die instanties op en zeg ik meteen dat ik laaggeletterd ben.

– Paul Leliveld

Sociale media

Paul heeft een iPhone en een AppleWatch, waarmee hij goed overweg kan. ‘Communiceren via sociale media en bijvoorbeeld appen gaat prima. Bij WhatsApp kan ik mijn bericht gewoon inspreken, dat maakt het alleen maar makkelijker. En als ik wil koken of bakken, kijk ik op YouTube naar video’s waar gerechten worden gemaakt. Dan begrijp ik het recept en hoef ik het alleen maar na te doen.

Digitale communicatie

Paul kan zich met sociale media goed behelpen, maar met de digitale communicatie van dienstverleners heeft hij problemen. Paul: ‘Alle communicatie met instanties als het UWV, de gemeente, de politie, justitie en de verzekeraar gaat via digitale formulieren en e-mail en dat vind ik lastig. Als ik ergens niet uitkom, bel ik die instanties op en zeg ik meteen dat ik laaggeletterd ben. Sommige telefonisten vragen of mijn buren me niet kunnen helpen, of behandelen me alsof ik achterlijk ben, maar meestal gaat het goed. Met een beetje extra aandacht voor een bepaalde zin of alinea ben ik er al. Een loket, met iemand die tijd neemt om vragen te beantwoorden, zou helpen. Terug naar hoe het was. Gewoon bellen en een afspraak maken. Ik denk dat dat een hoop ellende zou besparen.’

Huiswerk voor pappa

‘Ik schaam me niet, ik heb er lak aan wat mensen van me denken. Als ik iets niet begrijp dan zeg ik dat gewoon. Toen mijn zoon nog op de basisschool zat, vroeg hij extra huiswerk mee, voor pappa. Ook tegen mijn omgeving ben ik altijd heel open. Daarmee kom je een stuk verder. Ook geletterden begrijpen niet alles.’