Dit panel bestaat uit zes Taalambassadeurs, die putten uit eigen ervaring. Ze zijn getraind om verschillende groepen voor te lichten. Omdat ze zelf in de gemeente wonen, kennen ze ook de plekken waar zij mensen kunnen motiveren om taalles te volgen of om laaggeletterdheid aan te pakken binnen hun organisatie. Zo is de hulp bij het lezen en schrijven in Bergen op Zoom veel laagdrempeliger gemaakt en dichterbij de inwoners gebracht.


Bergen op Zoom startte met zes Taalambassadeurs uit de eigen gemeente een Taalpanel. Deze mensen putten uit hun eigen ervaring en zijn getraind om verschillende groepen voor te lichten over het belang van goede basisvaardigheden.

Op een nationale nieuwjaarsbijeenkomst was Yvonne Kammeijer, wethouder in Bergen op Zoom, onder de indruk van de verhalen van achttien Taalambassadeurs. Het leek haar een goed idee om in haar eigen gemeente te gaan werken met lokale ambassadeurs, om zo meer inwoners met Nederlands als moedertaal te bereiken. Ernestine Schipper, projectleider van Stichting Lezen en Schrijven in onder andere Bergen op Zoom, bedacht daarom een manier om die lokale Taalambassadeurs te werven. “Het moesten mensen zijn die graag hun verhaal willen vertellen en dat ook goed kunnen. We hebben meer dan tweehonderd cursisten in Bergen op Zoom, daar móesten zulke mensen tussen zitten. Maar hoe bereik je ze?”

Persoonlijk benaderd

Schipper vroeg Caroline van den Akker van WijZijn Traverse Bergen op Zoom, de lokale welzijnsinstelling, of zij dit op wilde pakken. “Zij is heel benaderbaar, kent de doelgroep goed en ligt ook goed bij de samenwerkingspartners. Dat is belangrijk, want ambassadeurs werf je niet zo maar. Je moet echt een band opbouwen.” De samenstelling van het panel moest divers zijn, vond Schipper. “Zowel mannen als vrouwen, al dan niet werkend en variërend in leeftijd. Het zijn uiteindelijk vier mensen met een Nederlandse en twee met een niet-Nederlandse achtergrond geworden. Ze volgen allemaal een cursus of hebben deze gevolgd bij een van de aanbieders uit het taalnetwerk. Caroline heeft alle aanbieders gevraagd of ze geschikte mensen wisten. Die mensen heeft ze vervolgens persoonlijk benaderd. In het panel zit ook een ervaren ambassadeur van de Stichting ABC.”

Zelfvertrouwen

Het panel volgde met elkaar de training ‘Zeg het Voort’ van de Stichting Lezen en Schrijven en de Stichting ABC. Na de laatste bijeenkomst kregen ze een certificaat en bloemen. Schipper: “De wethouder was erbij, er was een journalist van het Brabants Dagblad en er werd meteen een video gemaakt voor op Facebook. De trainer vertelde dat het zulke prachtige mensen waren, en een heel mooi team. Ze stonden helemaal te stralen. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Als ambassadeur help je niet alleen anderen, het is ook goed voor je zelfvertrouwen en voor je eigen taalontwikkeling.”

Schaamte uit woordenboek schrappen

De motivatie van de Taalambassadeurs loopt uiteen van ‘andere mensen willen helpen’ tot ‘organisaties de ogen openen dat wij er zijn’. Ze zijn getraind in 'wat is jouw verhaal en hoe vertel je dat'. Maar ook in omgaan met verschillend publiek. Hoe ga je om met de vragen die je niet prettig vindt? Hoe sta je voor de groep? Schipper: “Hun persoonlijke verhalen komen veel beter aan dan die van projectleiders of gemeenteambtenaren. Tijdens de opening van een nieuw Taalhuis werkte ik voor het eerst met Leo. Hij zei: 'Ik wil dat we allemaal schaamte uit ons woordenboek schrappen. Want wij schamen ons omdat we er moeite mee hebben en jullie schamen je om erover te praten met ons. We moeten elkaar gewoon eens in de ogen kijken en een gesprekje beginnen.' Dat maakt zoveel meer indruk dan dat wij dat vertellen.”

Laagdrempelig en dichtbij

Organisaties kunnen het Taalpanel vragen om met hen in gesprek te gaan. Schipper en Van den Akker nemen hen ook mee naar ouderavonden op basisscholen, of naar organisaties. “We maken samen met hen een plan om een organisatie op de juiste manier te benaderen,” vertelt Schipper. “En we moedigen onze ambassadeurs aan om ook zelf met suggesties te komen voor plekken waar zij mensen kunnen motiveren om taalles te volgen of om laaggeletterdheid aan te pakken binnen hun organisatie. Zo kwamen ze zelf met het idee om bij een koffieochtend van het Leger des Heils binnen te lopen en over laaggeletterdheid te vertellen.” Sterk punt van deze aanpak is dat het lokaal is, legt Schipper uit. “Met een lokale projectbegeleider en mensen die in hun eigen gemeente ideeën opdoen en daar dan ook zelf op afstappen, zo nodig met onze hulp. Als je werkt met mensen uit je eigen stad, wordt het veel laagdrempeliger en dichterbij.”

Minder tijd aan kwijt

In eerste instantie heeft de Stichting Lezen en Schrijven aan WijZijn een ‘vliegwielbijdrage’ gegeven. Schipper: “Het opbouwen van het Taalpanel kost redelijk wat tijd, maar als het er eenmaal is, ben je er minder tijd aan kwijt. Inmiddels is het project verlengd en betaalt de gemeente het. Dit jaar onderzoeken we met de gemeente hoe de activiteiten van het Taalpanel goed geborgd kunnen worden. Het panel heeft ook een cursus van de Stichting ABC gekregen om ook testpanel te worden. Dan kunnen ze organisaties adviseren over de toegankelijkheid van de website, de bewegwijzering, het belmenu, brieven, enzovoort. Dat wilden ze ook heel graag, daar vroegen ze zelf om.” 

Gewoon beginnen

Schipper denkt dat veel meer gemeentes een lokaal Taalpanel zouden moeten hebben. Haar advies om dit te realiseren: gewoon eigenwijs beginnen. “Als je lokaal de samenwerking opzoekt met andere partijen, en je hebt de gemeente mee, dan is dit heel goed te realiseren. De benodigde Taalambassadeurs bleken met wat inspanning dus goed te vinden, en daarbij kan de Stichting ABC zo nodig ook nog ondersteunen. Zij hebben immers al jaren ervaring met ambassadeurs. Wij hebben gemerkt dat mensen het vaak een hele eer vinden om gevraagd te worden. Ze vinden het geweldig dat ze anderen kunnen helpen.”