Open readspeaker blockpopup
Samenwerking met het sociale wijkteam in Culemborg
"Als wij niet in de gaten hebben dat laaggeletterdheid een rol speelt in de problematiek van een inwoner, werkt onze hulp vaak ook niet goed."
In Culemborg staat het Leerhuis, een plek waar elke inwoner zich basisvaardigheden meer eigen kan maken. Maar hoe zorg je dat ook elke inwoner die het nodig heeft er terechtkomt? Het sociale wijkteam in Culemborg en Stichting Lezen en Schrijven sloegen de handen ineen.
Elke inwoner van Culemborg die iets wil leren op het vlak van taal, rekenen of digitale vaardigheden kan terecht bij het Leerhuis. “Ze besteden ook aandacht aan de thema’s werk, geld, opvoeden en gezondheid,” vertelt projectleider Lisanne van Iterson. “Thema’s die wij bij Stichting Lezen en Schrijven ook belangrijk vinden omdat je dat nodig hebt om mee te kunnen doen in de samenleving. Mensen kunnen bij het Leerhuis terecht voor bijvoorbeeld reken- of computerles, maar daarnaast levert het Leerhuis ook maatwerk. Wat wil je leren? Wat speelt er in jouw leven? Deze behoefte wordt gekoppeld aan het aanbod.”
Mensen vinden
Het Leerhuis in Culemborg is een samenwerkingsverband tussen meerdere partners. Zoals de gemeente, ELK Welzijn, het ROC, de bibliotheek, VluchtelingenWerk en het sociale wijkteam. Er werken vrijwilligers die de basistraining ‘Taal Voor Het Leven’ hebben gevolgd. Daarnaast is er een team van professionals. Van Iterson: “Nu het Leerhuis een jaar draait, valt het op dat er vooral mensen met een migratieachtergrond komen. Wij weten dat er ook mensen met een Nederlandse achtergrond zijn die baat kunnen hebben bij het aanbod. De vraag is: hoe vinden we die?”
Niet op de man af
Van Iterson ging in gesprek met het sociale wijkteam. “Het leek ons een goed idee als zij de mensen die bij hen met hulpvragen komen nog beter zouden screenen op laaggeletterdheid. Dit hebben we in drie stappen aangepakt. Allereerst heeft het hele wijkteam, dat bestaat uit 25 mensen, de training ‘Herkennen en doorverwijzen’ van de Stichting Lezen en Schrijven gevolgd. Ze hebben in die training met elkaar een aantal contextgerichte vragen bedacht die ze kunnen stellen om erachter te komen of mensen moeite hebben met lezen en schrijven. Dus niet op de man af vragen, maar gekoppeld aan de context van de hulpvraag. Zo kun je bijvoorbeeld aan iemand met schulden vragen: ‘Lukt het je om je administratie te doen?'.
Borging in het werkproces
Stap twee was de borging in het werkproces. De vragen die ze hebben opgesteld gaan ze stellen tijdens de keukentafelgesprekken die ze voeren als mensen bij de gemeente aankloppen met een hulpvraag. Daarnaast hebben ze in hun registratiesysteem, waarin ze de dossiers bijhouden, een verplicht veld gemaakt waarin je moet aangeven of je laaggeletterdheid hebt behandeld. De derde stap is de monitoring. Ik heb elk kwartaal contact Katerina Cechova, teamleider van het sociale wijkteam. Dan bespreken we hoeveel mensen ze naar het Leerhuis hebben doorverwezen, hoe de overdracht is verlopen en waar ze in de praktijk tegenaan lopen.”
Warme overdracht
Die overdracht naar het Leerhuis gaat op een heel warme manier, vertelt teamleider Cechova. “We maken een afspraak voor een intake en brengen de mensen er persoonlijk naartoe. Die aanpak van motiveren, uitleggen en - letterlijk - meelopen tot aan de intake werkt goed. Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven hebben vanzelfsprekend ook meer moeite met hun weg vinden naar het Leerhuis. Als je alleen maar zegt: ‘Je moet je daar melden,’ is de kans groot dat ze afhaken. Dat kost tijd, maar wij zien dat als onderdeel van ons werk.”
Eyeopener
Door deze aanpak zijn de leden van het sociale wijkteam zich veel meer bewust van laaggeletterdheid, merkt Van Iterson. Een eyeopener, noemt Cechova het zelfs. “Wij signaleerden deze mensen natuurlijk altijd al, maar de training heeft ons er toch nog bewuster van gemaakt over hoeveel inwoners we het eigenlijk hebben. In Culemborg is dat één op de tien. Dat is véél. Het is dus eigenlijk vaker aan de hand dan wij dachten. Als wij niet in de gaten hebben dat laaggeletterdheid een rol speelt in de problematiek van een inwoner, werkt onze hulp vaak ook niet goed. Mensen doen dan bijvoorbeeld niet wat je samen hebt afgesproken. In de training hebben we ook geleerd wat de trucjes zijn waarmee mensen hun laaggeletterdheid verbergen. Ze zijn heel vindingrijk. Maar uiteindelijk werken die dingen toch niet goed genoeg, en hebben ze veel problemen. Er was ook een ervaringsdeskundige, van zijn verhaal hebben we veel geleerd. Eigenlijk zou elke gemeentelijke hulpverlener in aanraking komt zo’n training moeten volgen.”
Minder hulp nodig
“Het sterke van deze aanpak is dat hij is bedacht met het hele wijkteam,” besluit Van Iterson. “Sociale wijkteams staan onder de druk. Ze zijn een vraagbaak voor tal van hulpvragen. Als je de mensen die het moeten gaan uitvoeren betrekt, wordt het veel meer gedragen, dan zijn de trainingen ook prettig en dan heb je ook een grotere kans dat mensen ermee aan de slag gaan. Op korte termijn is het misschien wel wat meer werk. Maar het kan op den duur juist ook schelen in de hoeveelheid hulpvragen die mensen hebben. Dat ze hun schaamte opzij zetten, over die drempel heen komen, en hun problemen niet laten oplopen. Dat is waar we op hopen.” “Veel mensen willen dat zelf uiteindelijk ook,” vult Cechova aan. “Omdat ze graag uit de problemen willen komen. We horen ook wel dat ze niet langer afhankelijk willen zijn van anderen, of hun omgeving er niet meer mee willen belasten. De schaamte is groot, maar wel te overwinnen. Wij willen daar graag een handje bij helpen.”