Mensen die laaggeletterd zijn, zijn 3 keer vaker afhankelijk van een bijstandsuitkering dan mensen die niet laaggeletterd zijn. Ook zijn ze vaker langer afhankelijk van de bijstand. Om dat te kunnen veranderen, moet je eerst weten wie deze mensen zijn. En ze vervolgens stimuleren om een relevante cursus te volgen. Maar hoe doe je dat? Dat onderzoekt de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) in het onderzoeksproject Laaggeletterdheid als barrière voor participatie. Wij nemen deel aan dit project. 

Onderzoeksvragen 

In dit onderzoeksproject beantwoorden we 4 vragen:

  1. Hoe kunnen gemeenten inwoners in de bijstand screenen op hun basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden)?  
  2. Hoe kunnen we inwoners die moeite hebben met deze basisvaardigheden motiveren om aan een voor hen relevante cursus mee te doen? 
  3. Wat zijn de effecten van het afronden van zo’n cursus?  
  4. Wat is de relatie tussen het domein Werk en inkomen en het domein Aanpak van laaggeletterdheid binnen de deelnemende gemeenten?   

300 mensen in 4 gemeenten 

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, werken we samen met de gemeenten Drechtsteden, Pijnacker-Nootdorp, IJsselgemeenten en Zoetermeer. Elke gemeente screent de basisvaardigheden van minimaal 300 mensen met een bijstandsuitkering. De mensen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en/of omgaan met een computer of smartphone, motiveren we om mee te doen aan een passende cursus. Onze adviseur Annemijn Poot: “Dat kunnen taal- of rekenlessen zijn. Maar ook een cursus solliciteren of omgaan met WhatsApp. Of voor praktijkervaring meedraaien in de fietsenstalling. Zolang het er maar voor zorgt dat iemand beter kan meedoen in de samenleving.” Na afloop van de cursus meten we het effect. En we kijken naar het effect op de lange termijn. 

Eerste resultaten 

De eerste resultaten uit het onderzoek laten het volgende zien: 

  • Een integrale aanpak van laaggeletterdheid is lastig om voor elkaar te krijgen. Professionals in het domein Werk en inkomen geven aan dat laaggeletterdheid een belangrijk thema is. Voor de re-integratie van inwoners naar participatie én voor hun eigen dienstverlening. De wil is er, maar dit leidt in de onderzochte gemeenten nog (bijna) niet tot concrete actie.  
  • Onwil is niet het probleem. In alle 4 de deelnemende gemeenten is de aandacht voor laaggeletterdheid toegenomen. Dit blijkt uit coalitieakkoorden en beleidskaders. Professionals bevestigen dit ook. 
  • In het domein Werk en inkomen zijn er knelpunten die concrete acties tegenhouden. Bijstandsconsulenten hebben bijvoorbeeld onvoldoende kennis en tijd om met inwoners een gesprek te voeren over moeite met lezen en schrijven. Andere knelpunten zijn de focus op uitstroom uit de bijstand, en de beperkte verantwoordelijkheid voor de aanpak van laaggeletterdheid in het domein Werk en inkomen. 
  • De samenwerking tussen het werkveld van laaggeletterdheid en het domein Werk en inkomen gaat niet vanzelf. Belangrijke oorzaken daarvan zijn: er zijn te weinig middelen, geen gezamenlijke doelstellingen en geen eerdere positieve samenwerkingen. 

Aanbevelingen voor gemeenten 

Met deze aanbevelingen kunnen gemeenten de samenwerking tussen het domein Werk en inkomen en het werkveld van laaggeletterdheid verbeteren:  

  1. Zorg voor wederzijdse afhankelijkheid in de doelen die je wilt behalen.  
  2. Vraag om meer aandacht en inzet van bestuurders en leidinggevenden. Bijvoorbeeld van de gemeenteraad, wethouders, bestuur van gezamenlijke regelingen en senior management in het domein Werk en inkomen.  
  3. Zijn er negatieve ervaringen met een eerdere samenwerking? Maak dit dan zo snel mogelijk bespreekbaar. Zo kun je de lucht klaren en vertrouwen opbouwen. 
  4. Ga met elkaar in gesprek. En zet de eerste stap.  
  5. Vier de resultaten. Ook de kleine.  
  6. Maak gebruik van energie van buitenaf. Bijvoorbeeld van deskundigen of goede voorbeelden andere gemeenten. 

Onderzoeksrapport 

Het volledige onderzoeksrapport ‘Waar een wil is, is nog geen weg’ met de eerste resultaten en aanbevelingen kun je hieronder downloaden. Meer informatie over de resultaten vind je ook op de website van de EUR.

 

Waar een wil is, is nog geen weg Downloaden

 

Maatwerk 

De 4 deelnemende gemeenten ontwikkelen tijdens het onderzoek allemaal een eigen werkwijze om mensen in de bijstand te screenen. En om de mensen die moeite hebben met basisvaardigheden vervolgens te motiveren om aan een cursus mee te doen. De ontwikkelde werkwijze sluit aan bij de behoefte van alle betrokken partijen. Annemijn: “Wat voor een gemeente werkt, hangt onder andere af van hun werkwijze, hoeveel inwoners een gemeente heeft, hoe groot het gebied is en welke cursussen worden aangeboden. Het is echt maatwerk.” Na afloop van het onderzoek kunnen andere gemeenten hun voordeel doen met alle geleerde lessen. En natuurlijk kunnen zij succesvolle onderdelen die bij hen passen overnemen. Zodat ook zij ervoor kunnen zorgen dat laaggeletterde mensen in de bijstand beter mee kunnen doen aan de samenleving.

Volgende stap  

Het onderzoeksproject Laaggeletterdheid als barrière voor participatie loopt van 2022-2026. De volgende stap in het onderzoek is het vertalen van geleerde lessen naar bruikbare tips voor de uitvoering.  

Samenwerking 

Prof. dr. Menno Fenger leidt het onderzoek en Leone Verweij is de hoofdonderzoeker. Wij nemen deel aan de stuurgroep en geven advies bij de uitvoering van het screenen. Andere partners zijn de gemeenten Drechtsteden, Pijnacker-Nootdorp, IJsselgemeenten en Zoetermeer, prof. dr. Maurice de Greef (Vrije Universiteit Brussel), Divosa en SAM, beroepsvereniging voor uitvoerend professionals in het publiek sociaal domein. ZonMw financiert het onderzoek. 

Aansluiting eerder onderzoek 

De eerste resultaten van dit onderzoek sluiten aan op resultaten van eerder onderzoek dat de Universiteit Utrecht (USBO) met ons uitvoerde. Een integrale aanpak is nodig om mensen met beperkte basisvaardigheden beter te bereiken en te helpen. Zo kunnen gemeenten de zelfredzaamheid van inwoners vergroten. 

Meer weten?

Neem contact op met adviseur Annemijn Poot. 

Annemijn Poot

Senior Adviseur