Ze gingen op bezoek bij Taalambassadeurs en kregen goede tips over leesbaarheid. Met deze tips herschreven ze de brieven. Met een mooi resultaat: Eén van de ‘nieuwe’ brieven werd gelijk gebruikt door Inger Klijnhout, afdelingsleider VWO.

Waarom laaggeletterdheid als onderwerp

Isabella: ‘In ons laatste jaar van het VWO moeten we een profielwerkstuk maken. We mochten kiezen voor welk vak we dat wilden doen. Wij kozen voor Nederlands. Maar het  maken van zo’n werkstuk kost best veel tijd! Daarom wilden we graag een nuttig onderwerp kiezen waar ook echt iets mee gedaan kon worden. Op de lijst met onderwerpen zagen we ‘laaggeletterdheid’ staan. Dat leek ons interessant.’ Julia vult aan: ‘Het was toen ook veel in het nieuws, bijvoorbeeld over die bijsluiters met pictogrammen. En dat eigenlijk best veel mensen moeite hebben met lezen.’

Laaggeletterdheid als profielwerkstuk

Echte brieven

Julia en Isabella startten met hun werkstuk en gingen zoeken op internet. Zo kwamen ze terecht bij Thomas, Taalregisseur bij Stichting Lezen en Schrijven. Isabella: “Thomas heeft ons goed geholpen. Hij kwam met het idee om echte brieven van onze eigen school te gebruiken. Dat maakte het natuurlijk nog leuker!”. Julia: “We hebben toen ook een mail gestuurd naar Stichting ABC. Via hen konden we terecht bij een testpanel in Breda. Vier mensen die laaggeletterd waren bekeken onze brieven van school. Ze keken naar moeilijke woorden, zinsbouw, volgorde etc. En wij schreven alles op!”

Herschrijven is niet makkelijk

Na het bezoek aan het testpanel gingen Julia en Isabella aan de slag met de brieven. Dat kostte nog best veel moeite! Julia: Van sommige dingen denk je dat het vanzelfsprekend is maar dat blijkt toch niet voor iedereen zo te zijn. Je moet veel beter nadenken voordat je gaat schrijven. En we hebben de brief ook laten zien aan degene die het origineel had geschreven. Om te controleren of er nog wel stond wat zij bedoelde. Daarna nog een laatste check door een Taalambassadeur en toen waren de brieven klaar.”

Wat hebben jullie geleerd?

Isabella: “Mensen willen gewoon informatie, weten wanneer ze op school moeten zijn. Je moet gewoon puntsgewijs opschrijven wat je wil van de ouders. Niet teveel eromheen.” “En dat de lay-out heel belangrijk is.” vult Julia aan, “en de volgorde. Begin met het belangrijkste.” Samen sommen ze op: Kopjes, één onderwerp per brief, begin met het belangrijkste, zet een telefoonnummer onder de brief, geen vaktaal en ga zo maar door..!

Isabella en Julia vonden het ook heel leuk en leerzaam om de Taalambassadeurs te spreken. Daardoor ging het begrip ‘laaggeletterdheid’ veel meer leven. Wat voor gevolgen het heeft als je niet goed kunt lezen of schrijven. En de trucjes die mensen gebruiken.

Wat vind de school er van?

Inger Klijnhout, afdelingsleider VWO: “Dit is natuurlijk superleuk! Eén van de brieven heb ik zo goed als letterlijk overgenomen. Na het gesprek met hen dacht ik: Eigenlijk getuigt het van veel meer kracht als je een brief afsluit met ‘als u nog vragen heeft kunt u bellen met…’ in plaats van ‘Hopende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd verblijven wij…’. Dure woorden hoeven inderdaad helemaal niet.”

Ze vervolgt: “Isabella en Julia vertelden dingen die eigenlijk heel logisch zijn: bouw het chronologisch op. Als de brief over twee onderwerpen gaat -  splits de brief dan op in twee brieven. En ja, lastige woorden waarvan je je niet realiseert dat ze lastig kunnen zijn. Plus de afkortingen; daar hebben we er veel van hier op school!”

Het profielwerkstuk van Isabella en Julia heeft zeker iets opgeleverd voor de school. Men is er nu bewuster mee bezig. Mevrouw Klijnhout heeft haar positieve ervaring gedeeld met de schoolleiding. En ook met de administratie – de plaats waar alle brieven verstuurd worden.

Contact

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met info@lezenenschrijven.nl