Het taal- en rekenniveau van leerlingen gaat steeds verder achteruit. Niet alleen in het primair en voortgezet onderwijs, maar ook in het mbo en hoger onderwijs halen te veel leerlingen niet het benodigde niveau. De scholen kunnen dit niet alleen oplossen. Hiervoor is een langdurige samenwerking nodig met meerdere partijen. Dit stelt de Inspectie van het Onderwijs in het vandaag verschenen onderzoek de Staat van het Onderwijs 2024. Deze dalende trend vinden ook wij zorgelijk. Door onvoldoende basisvaardigheden kunnen steeds minder mensen meedoen in de samenleving. Achterstanden leiden tot uitsluiting. Het advies van de inspectie om meer samen te werken is dringend en hard nodig. En de noodzaak om te blijven leren, van 0 tot 99 jaar, wordt steeds groter.  

Gelijke kansen  

“Alle vakken zijn belangrijk, maar basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen zijn je hele leven cruciaal”. Dat benadrukte demissionair minister Paul tijdens de presentatie van het rapport. “Voldoende basisvaardigheden hebben, heeft direct te maken met gelijke mogelijkheden”, stelt de Inspectie. We herkennen het probleem en de gevolgen. Mensen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of omgaan met computer of smartphone vinden minder snel een baan, hebben minder grip op geldzaken en hebben vaker gezondheidsklachten. Overal zijn basisvaardigheden voor nodig: online bestellen, reizen met het OV of de schoolapp gebruiken. Steeds meer mensen hebben problemen met hun financiën, werk, gezondheid of gezin door onvoldoende basisvaardigheden. Als jongeren met een achterstand van school komen, schuift het probleem door naar de gemeenten. Want zij zijn verantwoordelijk voor de aanpak basisvaardigheden en het volwassenenonderwijs. En naar werkgevers. Want zij merken dat mensen instructies niet begrijpen, niet met de nieuwe app kunnen werken of moeite hebben met veranderingen op het werk.  

Noodklok  

De Inspectie luidde al eerder de noodklok. In 2022 constateerde zij dat het niveau van basisvaardigheden al twintig jaar daalt. Daarom moest volgens de Inspectie ‘het roer radicaal om’. Doordat meer jongeren met onvoldoende basisvaardigheden van school komen, wordt de aanpak van onderwijs voor volwassenen steeds belangrijker. Voor een serieuze aanpak moet het budget verdubbeld worden naar 160 miljoen euro. Dit adviseerde de Sociaal Economische Raad al in 2019. Als we niet meer investeren in onderwijs voor volwassenen, kunnen steeds minder mensen meedoen in onze samenleving. Daarom ondersteunen we de oproep van de inspectie voor meer samenwerking en voor ambitieuze doelen in het onderwijs. Zorg dat mensen van 0 tot 99 jaar kunnen blijven (bij)leren. Zo hebben zij de kans om mee te doen in onze samenleving.  

Hanneke Propitius, directeur-bestuurder a.i. Stichting Lezen en Schrijven: 

“Er is veel winst te behalen als we inzien dat een taalrijke omgeving al vanaf de geboorte belangrijk is voor de taalontwikkeling van kinderen. Dat vraagt om samenwerking. Naast onderwijs moeten ook de kinderopvang, de zorg en andere maatschappelijke organisaties betrokken worden. Begin bij het begin en maak ouders bewust dat zij de belangrijkste rol hebben in de start van de taalontwikkeling. En ondersteun hen daarbij. Veranderingen in de samenleving, zoals digitalisering, gaan heel snel. Zonder taal, rekenen en digitale vaardigheden kom je niet meer mee. De jongeren van vandaag worden als we zo doorgaan de volgende generatie die niet mee kan doen. Het is goed dat de afgelopen jaren door het Masterplan Basisvaardigheden meer focus ligt op het verbeteren van taal- en rekenvaardigheden in het basis- en voortgezet onderwijs. Maar de Staat van het Onderwijs 2024 laat zien dat dit helaas niet genoeg is. Wij zien in ons werk dat een bredere samenwerking, zoals de Inspectie voorstelt, noodzakelijk is. Net als een veel grotere investering in volwassenenonderwijs.”