In Nederland hebben 3 miljoen mensen tussen 16 en 75 jaar moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC). Dit is naar schatting 3,3 miljoen van de hele bevolking vanaf 16 jaar.  

 

PIAAC meet de vaardigheden bij volwassenen tussen 16 en 75 jaar. Wij kijken naar de groep volwassenen van 16 jaar en ouder. Omdat mensen ook na hun 75e nog volwaardig deelnemen aan de samenleving. Naarmate mensen ouder worden, verliezen ze sneller vaardigheden zoals lezen en schrijven. Daarom is een aanpak gericht op een leven lang ontwikkelen van basisvaardigheden essentieel.

Het verhaal achter de cijfers 

Mensen die moeite hebben met taal, rekenen en digitale vaardigheden ondervinden vaak problemen in hun dagelijkse leven en in hun werk. Zij voelen soms tientallen jaren angst en schaamte. Zo kwam Gea (Taalheld 2024) van school zonder diploma. Daardoor had zij laagbetaalde banen waarvoor ze geen diploma nodig had. Dicky begreep informatie over zijn gezondheid slecht. Daardoor kreeg hij gezondheidsproblemen. En Gormah ondertekende een document dat ze niet goed genoeg kon lezen. Daardoor kwam zij in de schulden.

Al deze 3,3 miljoen volwassenen hebben een persoonlijk verhaal.  Een verhaal dat verder gaat dan deze cijfers. Corina, Taalheld Zuid-Holland 2024, weet het als geen ander te verwoorden: “Ik had moeite met lezen en schrijven. Daardoor voelde ik me onzeker. Sinds ik op les ben gegaan is dat een stuk minder! Ik heb zelfs stappen gemaakt op mijn werk. Ik schrik dat het aantal mensen dat moeite heeft met lezen en schrijven zo hoog is. Tegen al die mensen zeg ik: kom ervoor uit en ga leren! Het was voor mij zo iets kleins wat zo veel groots brengt. Daarom is het ontzettend belangrijk dat mensen kunnen blijven leren.” 

Een daadkrachtige aanpak van laaggeletterdheid nodig 

We zien dat het probleem van laaggeletterdheid alleen maar blijft groeien, terwijl de noodzakelijke aanpak achterblijft. Hierdoor wordt de kloof groter tussen mensen die volwaardig kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt en de samenleving, en degenen die dat door beperkte basisvaardigheden niet kunnen. Het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) uit 2019 riep al op tot een intensievere inzet vanuit de overheid. Daarnaast stelde de SER dat bedrijven en sociale partners een grote verantwoordelijkheid hebben om basisvaardigheden actief aan te pakken op de werkvloer.  

Ondanks dit hele duidelijke advies is er nog steeds geen duurzame aanpak van laaggeletterdheid. De urgentie voor een daadkrachtige aanpak van laaggeletterdheid is groter dan ooit. Het vraagt om een stevigere ambitie en financiering door de Rijksoverheid. Ook is een verplichting voor werkgevers om basisvaardigheden aan te pakken op de werkvloer wenselijk. Hanneke Propitius, directeur-bestuurder Stichting Lezen en Schrijven benadrukt dat nog eens: “Deze cijfers vragen om een masterplan basisvaardigheden voor iedereen, van 0 tot 100 jaar. Het aantal is schokkend, maar de persoonlijke verhalen zijn dat nog veel meer. Daaruit blijkt dat je in je leven heel veel pech kunt hebben. Ondanks ons onderwijs kun je daardoor als volwassene vastlopen met taal, rekenen en digitale vaardigheden. Uit de verhalen blijkt óók dat het loont om daar op latere leeftijd wat aan te doen. Maar, het vraagt om veel meer ambitie, geld en lange adem om deze volwassenen die kansen te blijven bieden. We kijken niet op van deze cijfers, maar we kijken wel uit naar de actie hierop van dit kabinet.”