Open readspeaker blockpopup
Eén op de drie 15-jarige leerlingen in Nederland heeft onvoldoende leesvaardigheid
De leesvaardigheid in Nederland daalt sinds 2015. Maar voor het eerst is de daling zo sterk.
Voor begrijpend lezen scoren Nederlandse 15-jarigen nu onder de Europese norm. Dat blijkt uit het internationale onderzoek Programme for International Student Assement (PISA).
PISA vergelijkt Nederlandse 15-jarigen met leeftijdsgenoten wereldwijd, waaronder 14 Europese landen. Het onderzoek focust op (begrijpend) lezen, natuurwetenschappen en wiskunde. Wij zijn niet verrast door de sterke daling in leesvaardigheid bij Nederlandse 15-jarigen. Maar, we vinden de resultaten wel heftiger dan verwacht.
Daling
Een derde van de 15-jarigen heeft onvoldoende leesvaardigheden. Bij PISA-2018 was dat een kwart van deze leeftijdsgroep. Voor het eerst sinds het begin van de PISA-metingen daalt ook de vaardigheid wiskunde bij Nederlandse leerlingen heel sterk. Dat betekent dat veel Nederlandse 15-jarigen onvoldoende rekenvaardigheden hebben. Het onderwijs moet basisvaardigheden, zoals lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden, nog meer in samenhang aanpakken. Alleen zo worden jongeren voorbereid om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Want lezen heb je ook nodig bij wiskunde. Digitale vaardigheden komen in veel lesmethodes terug en rekenvaardigheden heb je later ook nodig voor online bankieren of aankopen doen.
Taalachterstand
Uit het PISA-2022-onderzoek komt opnieuw naar voren dat het opleidingsniveau van ouders samenhangt met de prestaties van hun kinderen. Wanneer ouders een lager opleidingsniveau hebben, presteren hun kinderen gemiddeld slechter op school. In september vorig jaar lieten we al zien dat één op de negen ouders met minderjarige kinderen zelf moeite heeft met lezen en schrijven. Hun kinderen beginnen vaker met een taalachterstand aan de basisschool. We doen dan ook een oproep aan alle partijen die betrokken zijn bij ouders van het jonge kind. Activeer en ondersteun ouders zodat zij hun rol kunnen pakken bij de vroege taalontwikkeling van hun kind. Dat begint al tijdens de zwangerschap. Een vroege taalontwikkeling en het daarmee opbouwen van een goede woordenschat is van grote invloed op de leesontwikkeling van kinderen.
Dit betekent dat deze leerlingen onvoldoende kunnen functioneren op school en later op de arbeidsmarkt en in de samenleving.
– Geke van Velzen (directeur-bestuurder Stichting Lezen en Schrijven)
Laaggeletterden
Begin deze maand toonde de Jeugdmonitor van Centraal Bureau voor de Statistiek aan dat steeds meer jongeren, vooral mbo’ers, de school verlaten zonder startkwalificatie. Dat is een havo-, vwo- of mbo-2-diploma. Eerder dit jaar schreef ook de Inspectie van het Onderwijs in het rapport ‘De Staat van het Onderwijs’ over deze toename. Deze jongeren hebben minder kansen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Ze vinden en houden moeilijker een baan, ze leven ongezonder en hebben minder grip op hun geldzaken. Daarmee lopen ze het risico de nieuwe generatie laaggeletterden te worden.
Quote Geke van Velzen, directeur-bestuurder Stichting Lezen en Schrijven:
“We vinden de resultaten van PISA-2022 heftig. Er is een nóg grotere daling in de leesvaardigheid en in de rekenvaardigheid bij 15-jarigen in Nederland. Het niveau van begrijpend lezen zit zelfs onder de Europese norm. Dit betekent dat deze leerlingen onvoldoende kunnen functioneren op school en later op de arbeidsmarkt en in de samenleving. We vinden het belangrijk dat al van jongs af aan geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling van basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden). Zodat jongeren voldoende vaardig van school komen. Daarvoor is het nodig dat het onderwijs basisvaardigheden nog meer in samenhang aanpakt. Dat is de manier om kinderen voor te bereiden op een zelfstandig functioneren op de arbeidsmarkt en in de samenleving.”